Pagina's

vrijdag 29 mei 2015

Innovatie en Economisme

In het ecosysteem zit een percentage uitval ingebouwd. Zowel hele soorten als individuele exponenten die zich niet doorontwikkelen of tot wasdom komen. De vraag is natuurlijk: waarom? Na miljarden jaren evolutie heeft een percentage uitval blijkbaar een zinvolle bijdrage in het voortbestaan van het geheel. Wat is dan die zinvolle bijdrage?

Die zinvolle bijdrage is flexibiliteit en bescherming. De opbouw van het ecosysteem en de soorten moet in enige mate blijven variƫren om het aanpassingsvermogen van het systeem te garanderen. Als een optimum bereikt wordt, moeten er variaties blijven ontstaan om adequaat te kunnen reageren op een continu veranderende omgeving.

Bovendien is die veranderende omgeving niet altijd “vriendelijk” in interactie. Er zijn “vijandige” interacties die ook simpelweg onderdeel zijn van de totale evolutie waarin alle elementen op zoek zijn naar een optimum. Ter bescherming van het voortbestaan is derhalve een percentage uitval acceptabel, waarbij er uiteraard een zekere overlap is met variaties. Hieruit kan middels het proces van “natuurlijke selectie” de sterkere (lees: meer optimale) variatie opbloeien en daarmee het voortbestaan van het geheel garanderen.

Wat heeft dit met de energie transitie te maken? Probleem is dat die flexibiliteit ten koste gaat van pure efficiency, dat wil zeggen: met zo min mogelijk energie een zo hoog mogelijke productiviteit bereiken. Klaarblijkelijk is het noodzakelijk om een gedeelte van de energie te reserveren voor, of te besteden aan, variaties die niet noodzakelijk tot wasdom zullen komen, om op die manier voldoende flexibiliteit en weerbaarheid te garanderen in een telkens veranderende toekomst.

Geldt dit alleen voor de energietransitie dan? Nee, natuurlijk niet. Dit is uiteraard geldig in alle aspecten van onze maatschappij en bijvoorbeeld ook in je eigen ontwikkeling. Google’s 20 procent regel is er een goed voorbeeld van. Het is derhalve uiterst zinvol en feitelijk van “levensbelang” dat we ook blijven investeren in projecten die de toets van “economisme” mogelijk niet doorstaan, maar wel helpen om te komen tot nieuwe inzichten waarmee uiteindelijk een meer optimaal en flexibeler resultaat bereikt wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten