Bovenstaande grafiek geeft de productie weer van elektriciteit in Nederland uit alleen zon en wind. Er is duidelijk een productiedip na 2009 welke veroorzaakt wordt door een samenloop van beleidswijzigingen en de crisis. In 2008 kwamen nog projecten beschikbaar die in 2009 bijdragen tot groei, maar dan volgt een onherroepelijke terugval. Evengoed is duidelijk dat we weer hard op weg zijn naar herstel van de groeicijfers, waarbij zon een belangrijke opmars maakt, en het is derhalve interessant om eens wat groeicijfers los te laten op een prognose voor de aankomende 10 jaar.
Groeicijfers
Om groeicijfers te bepalen voor de prognose kunnen we kijken naar de tot nog toe gerealiseerde groei. Uit alle grafieken blijkt tot nog toe dat de situatie na 2008 door omstandigheden flink is opgeschud. Zowel de crisis als beleidswijzigingen lijken significante invloed gehad te hebben op de gerealiseerde groei.
Voor wind op land zijn al geruime tijd goede cijfers beschikbaar, en die leiden tot bovenstaande grafiek. De cijfers t/m 2008 lijken redelijk stabiel. Het is derhalve niet onrealistisch dat de groei t/m 2008 min of meer representatief is voor een mogelijke groei onder normale omstandigheden. Een jaarlijkse toename van 15% zou derhalve mogelijk moeten zijn, zeker indien het effect van SDE+ daadwerkelijk begint door te werken. Deze 15% is bovendien de groei die noodzakelijk is om de doelstelling van 2020 te halen.
Voor wind op zee zijn onvoldoende cijfers beschikbaar om een realistische groeiprognose te maken. Er zullen grote stappen gezet kunnen worden vanwege de voortschrijdende techniek, maar om de doelstelling voor 2023 te halen is ook een significante groei noodzakelijk van maar liefst 36% gemiddeld per jaar.
Ook voor zon is het moeilijk om een realistisch groeicijfer te bepalen, omdat de groei van PV nog duidelijk aan het begin staat van een significante opmars. Het geïnstalleerde vermogen en de productie zijn beide meer dan verdubbeld in 2012 en 2013. Dat is meer het gevolg van een beginnende groeispurt, dan dat het representatief is voor een toekomstige groei. Bovendien laat de groei in 2014 weer een flinke terugval zien.
De volgende tabel laat deze groeicijfers zien, waarbij de doelstellingen van wind zijn geaccentueerd. Het idee is dus dat 6000MW op land zo'n beetje 12TWh produceert, wat zeer zeker niet onrealistisch is voor moderne techniek in Nederland. Deze productiefactor zal in een volgende post nader toegelicht worden. Voor wind op zee is een ietwat hogere productiefactor bedacht, omdat er nieuwere technieken worden toegepast met aanzienlijk hogere opbrengsten dan bij wind op land. 4450MW geïnstalleerd vermogen moet zeker 12TWh op jaarbasis kunnen produceren.
Prognose
Dat leidt dan uiteindelijk tot de volgende groeiprognose, waarbij het resultaat in 2024 tussen de 40TWh en 45TWh opbrengst zou moeten zijn. Is een dergelijke progressieve groei realistisch? Als we 6000MW op land weten te halen in 2020 en 4450MW op zee in 2023, en als nieuwe installaties voldoen aan de modernste technieken, dan is dit een realistische opbrengst.
Vraag blijft of dit voldoende is voor een fatsoenlijk aandeel hernieuwbare energie in het totaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten